Digitalisering in het onderwijs: toekomstgericht

Tijdens het VO-raad Congres Digitalisering in het onderwijs 2025 stond één vraag centraal: hoe kunnen we AI en technologie gebruiken om het onderwijs beter, inclusiever en rechtvaardiger te maken?

Drie lezingen die ik naar toe ben gegaan boden waardevolle inzichten. In deze blog neem ik je mee in de belangrijkste kennis die ik eruit heb gehaald met het oog op de toekomst van ons onderwijs én onze leerlingen.

Lezing 1: Technologie als gamechanger maar zonder duidelijke richting? 

Schrijver, keynote spreker, docent & onderwijsmaker en auteur Barend Last opende zijn keynote met een treffende observatie: AI is geen hype, het is een systeemtechnologie die alles verandert, of we het nu willen of niet.

Hij liet zien hoe AI tools taalmodellen het leerproces zowel kunnen ondersteunen als ondermijnen. Leerlingen gebruiken AI massaal, soms bewust, soms klakkeloos. De uitdaging ligt volgens Barend niet in het verbieden van technologie, maar in het herontwerpen van ons onderwijs:

“Als leerlingen met AI hun opdrachten kunnen maken zonder echt te leren, ligt het probleem niet bij hen maar bij onze opdrachten.”

Hij riep op tot het loslaten van het fraude-narratief en spreken voor vertrouwen, creatie en digitale geletterdheid als onderdeel van alle vakken. Een duidelijk inzicht is; AI vraagt niet alleen om nieuwe vaardigheden, maar ook om een herwaardering van het leerproces zélf.

Lezing 2: AI als collega en niet als superheld 

Michel Cents (Kennisnet) en Hans Visser (Emmauscolleg) gingen een stap verder. Zij spraken over AI als “een collega in het onderwijs” niet perfect, maar wel krachtig als je weet hoe je ermee omgaat.

Zij spreken voor een bewust en gedeeld woordenschat rondom AI in scholen. Niet: “Wat kan AI allemaal?”, maar: “Wat willen we met AI?” Dat vraagt om ruimte voor experiment, ethische kaders én professionele autonomie van de docent.

Interessant was hun oproep om logboeken in te voeren bij AI-gebruik, waarin leerlingen bijhouden hoe en waarvoor ze AI hebben gebruikt. Zo verschuift de focus van het eindproduct naar het leerproces en ontstaat transparantie en eigenaarschap.

Hun centrale boodschap:  

“AI is een hulpmiddel geen doel op zich. En menselijk contact in de klas blijft onmisbaar.”

Lezing 3: Inclusief onderwijs begint bij vragen stellen 

De derde lezing, georganiseerd als interactieve workshop, was voor mij het meest inspirerend. Onder leiding van Jessica Tissink (VO-raad) en experts als Christian Kraker en Egbert de Vries, werd onderzocht hoe AI kan bijdragen aan inclusief onderwijs.

🔍 Belangrijke inzichten:  

  • AI kan kansenongelijkheid zowel verkleinen als vergroten.  
  • Veel algoritmen bevatten onzichtbare bias die nadelig werkt voor leerlingen met een migratieachtergrond of ondersteuningsbehoeften.  
  • Echte inclusie betekent niet dat iedereen een krukje krijgt om over de schutting te kijken, maar dat we de schutting weghalen.

Egbert de Vries (Samenwerkingsverband Amsterdam) verwoordde het krachtig:  

“Inclusief onderwijs betekent: het systeem aanpassen aan het kind, in plaats van het kind aanpassen aan het systeem.”

AI kan hierin ondersteunen mits we het inzetten met oog voor ethiek, rechtvaardigheid en menselijke maat. Er is dringend behoefte aan AI-beleid binnen scholen, met aandacht voor AI-geletterdheid, ethiek én toegankelijkheid.

Tot slot: Mens en machine, samen richting de toekomst

Wat ik meeneem uit het congres? AI is niet de oplossing voor alles maar het is wel een krachtige versneller van verandering. Mits bewust ingezet, kan AI ons helpen om het onderwijs niet alleen slimmer, maar ook eerlijker en inclusiever te maken.

Dat vraagt lef, samenwerking én een kritische blik. Laten we daarom niet afwachten, maar zelf richting geven aan de digitale transitie. Niet vanuit angst, maar vanuit vertrouwen in de kracht van mens én technologie.

En misschien begint die verandering wel bij een simpele vraag:  
Wat heb jij nodig om mee te kunnen doen?

Winkelwagen
Scroll naar boven